Over Jopie: De Zwarte Volksjongen Werd Premier

Wacht even, wees gerust, alles komt terecht!
Deze prominente uitspraak van Johan Adolf “Jopie” Pengel was een zegen aan het begin van zijn politieke carrière maar een vloek aan het einde daarvan. Van september 1962 tot aan zijn dood op 5 juni 1970 was hij voorzitter van de Nationale Partij Suriname (NPS) en van 1963 – 1969 minister-president van de kolonie Suriname.

Zijn geruststellende woorden wierpen een schaduw op zijn politieke carrière. Van geruststelling was slechts sprake op momenten dat hij terugkwam van besprekingen uit Nederland met een zak geld.
“Mi kisi wan lo moni” (Ik heb veel geld meegekregen)

De eerste echte zwarte volksjongen, die het schopte tot het hoogste Surinaamse politieke ambt, had zijn hele zittingsperiode ook nog last van het lichtgekleurde tot witte establishment. Je huidskleur bepaalde toen hoe hoog je op de maatschappelijke ladder kon klimmen. Het zwarte volksbewustzijn was latent, om niet te spreken van totaal afwezig.

Sinds de jonge ambitieuze Henck Arron, kroonprins van Jopie Pengel, zijn zinnen gezet had op onafhankelijkheid van Suriname, klampten Jagernath Lachmon en zijn Hindostaanse VHP zich nog steviger vast aan de borsten van Nederland. In het bijzonder het koningshuis. Volgens Arron was de tijd rijp voor de Surinaamse onafhankelijkheid en waren de omstandigheden gunstig voor ook een politieke come back van Jopie. Of wilde hij toen zelf het roer overnemen?

‘Jopie’ is een politiek-maatschappelijk geëngageerd theaterstuk over de bekende Surinaamse politicus en vakbondsleider in de jaren ’60 Johan Adolf Pengel.

Acteurs:
Jopie (Johan Adolf Pengel) – Frank Wijdenbosch
Henkie (Henck Arron) – Sergio IJssel
Futuboy – Stuart Rahan

Regisseur:
Mike Ho Sam Sooi

Schrijver:
Stuart Rahan

Productie:
Stuart Rahan

Opdracht:
Stichting Gilbert